9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was
In ons regenachtige landje zijn we gelukkig niet afhankelijk van de weergoden als het om het drogen van ons wasgoed gaat. Want daar hebben we de wasdroger voor! Haal jij eigenlijk wel het maximale uit de droger? Dit zijn de negen meest gemaakte fouten bij het drogen van de was.
Veelgemaakte fouten bij het gebruik van wasdrogers zorgen voor extra kosten. De machine gaat namelijk eerder stuk én je verbruikt misschien meer energie dan nodig is. Dat energieverbruik is makkelijk terug te brengen, bijvoorbeeld door de droger regelmatig goed schoon te maken en niet te vol te stoppen. Het kiezen van het juiste programma helpt ook. En wist je dat je beter kunt centrifugeren in de wasmachine voordat je was de droger in gaat? In dit artikel lees je welke fouten er veel gemaakt worden bij het drogen van de was, met tips om te voorkomen dat je deze fouten ook maakt.
1: Wasdroger te vol
Als je te veel was in de trommel doet, kan dit de luchtstroom in de weg zitten, terwijl die juist nodig is om kleding goed te drogen. De droger kan dan zelfs oververhitten. Bovendien kan overbelading de droogtrommel uit balans brengen, waardoor de kleding niet gelijkmatig droogt en soms zelfs beschadigd wordt. Het is daarom belangrijk om een goede mix van grotere en kleinere kledingstukken in de trommel te doen en ervoor te zorgen dat je deze gelijkmatig verdeelt.
©Viktoria
Stop de droger niet te vol.
2: Droger juist te leeg
Als je te weinig was in de trommel stopt, kan wasgoed gaan klonteren en blijft het langer nat. Dit kost extra energie en tijd. Om dat te voorkomen, kun je grote ladingen verdelen in twee kleinere ladingen en bijvoorbeeld een paar pluisvrije handdoeken toevoegen aan kleinere ladingen. Hiermee voorkom je dat je wasgoed een grote bal vormt in de droogtrommel. Veel fabrikanten raden aan om de trommel tot net iets over de helft te vullen.
Capaciteit droger De meest voorkomende wasdrogers zijn die met een capaciteit van 7 kg, 8 kg, of 9 kg. Eén of twee volwassenen in een huishouden hebben meestal genoeg aan een droger voor 7 kg wasgoed,een gezin met één of twee kinderen kan met een capaciteit van 8 kg uit de voeten en grotere gezinnen kunnen beter een droger waar 9 kg wasgoed in kan kopen.
3: Verschillende soorten wasgoed bij elkaar
Bij het drogen in de wasdroger verplaatsen zwaardere kledingstukken zich verder naar achteren in de trommel, terwijl lichtere items naar voren worden geduwd. Dit zorgt voor ongelijkmatige droging van het wasgoed, waarbij sommige kledingstukken nog vochtig zijn terwijl andere al droog zijn. Daarom is het beter om vergelijkbare kledingstukken bij elkaar te drogen. Handdoeken hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om te drogen dan beddengoed, dus het is aan te bevelen om deze apart van elkaar te drogen. Zo zorg je dat de droger niet onnodig lang hoeft te draaien.
Welk type droger? Een warmtepompdroger is over het algemeen zuiniger dan een condensdroger. Het werkt een beetje als een airco; met een compressor en koelmiddel. Een condensdroger gebruikt warme lucht om het vocht uit de kleding te verdampen en op te vangen in een bak of afvoer. Warmtepompdrogers zijn meestal duurder, maar je bespaart er wel mee op de energiekosten.
Een luchtafvoerdroger blaast hete lucht door de trommel en voert vochtige lucht af via een slang naar buiten. Een luchtafvoerdroger heeft een afvoerslang nodig, die heet water afvoert. Dit type is vaak wel voordelig in aanschaf.
4: Pluizenvanger en condensor niet schoonmaken
Pluizenvangers en condensors vullen zich in de loop der tijd vaak met stof en pluisjes. Omdat een wasdroger warmte produceert, kan dit gevaarlijk zijn. Daarom is het zaak om je wasdroger regelmatig schoon te maken: niet alleen omdat dit goed is voor je machine, maar dus ook voor de veiligheid.
De filters (pluizenvangers) van de droger maak je het best na elk gebruik schoon. Dat is een kleine moeite, dus zorg dat je dit in je 'systeem' inbouwt. Sommige stoffen kunnen een laag op het filter vormen die niet direct zichtbaar is. Daarvan kunnen droogtrommeldoekjes de oorzaak zijn, maar ook bijvoorbeeld wasverzachter. Houd het filter even onder de kraan en kijk of het water doorlaat of afketst. Gebeurt het laatste, dan was je het filter even met warm water en een beetje allesreiniger of afwasmiddel. Goed afspoelen en drogen voordat je het terugzet.
De condensor van je wasdroger haalt het vocht uit de warme vochtige lucht. Wanneer de condensor vies is, kan die zijn werk niet goed doen en moet de wasdroger langer aan staan en harder werken om de was droog te krijgen. Bij een condensdroger zit de condensor meestal linksonder. Leeg deze en spoel goed na, eventueel kun je met een spons en sopje tekeer gaan. Bij een warmtepompdroger kun je de condensor meestal niet uitnemen; gebruik dan een stofzuiger om stof en pluizen te verwijderen.
©JYPIX - stock.adobe.com
Zorg dat je het pluizenfilter regelmatig reinigt!
5: Niet het juiste droogprogramma kiezen
De meeste drogers hebben verschillende programma's, bijvoorbeeld voor katoen, synthetische stoffen en fijne was. Bij het kiezen van het juiste programma moet je rekening houden met het soort wasgoed dat je wilt drogen, of je last hebt van allergieën of een gevoelige huid. Ook is er vaak een stand om bijvoorbeeld alleen je muffe kleding op te frissen.
Verschillende programma's voor verschillende producten:
🧺 Voor handdoeken, jeans en beddengoed kies je bijvoorbeeld het katoenprogramma en gebruik je de stand 'extra droog'. Die is geschikt voor dikkere stoffen.
🧺 Voor katoenen shirts en broeken kies je het standaard katoenprogramma.
🧺 Kreukherstel is handig voor kledingstukken die snel kreuken, zoals overhemden, blouses of broeken. Het programma gebruikt vaak een lage temperatuur en zorgt ervoor dat de kledingstukken minder gekreukt uit de wasmachine komen, waardoor je tijd bespaart bij het strijken.
🧺 De Eco-stand is geschikt voor alle soorten wasgoed, maar is vooral handig als je energie wilt besparen. Dit programma verbruikt minder energie dan andere programma's en is goed voor je energierekening.
🧺 Luchten of Opfrissen kun je inzetten voor kledingstukken die een nare geur hebben, maar nog niet vuil genoeg zijn om in de wasmachine te stoppen. Door ze te luchten wordt de geur verminderd en voelt het kledingstuk weer fris aan.
6: De restwarmte van de droger niet genoeg gebruiken
Draai je het liefs één wasje per dag? Als je de droger veel gebruikt, is dat eigenlijk zonde. Gebruik je de droger namelijk een tweede of derde keer achter elkaar, dan is de droogtrommel meestal nog warm. De droger heeft dus minder energie nodig om helemaal op te warmen. Dit werkt alleen wanneer je de tweede lading direct na de vorige aanzet en de deur zoveel mogelijk dicht laat.
7: Te lang drogen
Net zoals de hitte van een föhn je haar kan beschadigen, kan overmatige hitte van de droger ook kleding beschadigen. Kun je zelf de tijdsduur van het droogprogramma instellen, zorg dan dat je die niet te lang instelt, om schade zoals vergeling, krimpen, verlies van elasticiteit en veranderingen in textuur te voorkomen.
8: Beddengoed direct in de droger stoppen
Beddengoed gaat vaak in de droger omdat het niet goed op een wasrekje past. Omdat de wasmachine en droger meestal naast of op elkaar staan, gaat het beddengoed vaak direct van het ene in het andere apparaat. Op zich is daar niets mis mee, maar voeg bij voorkeur één stap toe: schud je beddengoed eerst even goed uit. Hiermee kun je flink wat kreukels voorkomen. Zoals eerder al gezegd: een te volle droogtrommel veroorzaakt ook kreukels, dus let daar ook op.
9: Niet (genoeg) centrifugeren in de wasmachine
Door de was te centrifugeren op een hoog toerental wordt er al een flinke hoeveelheid vocht uit het wasgoed gehaald, voordat het in de droger gaat. Hierdoor kan de droger sneller en efficiënter werken. Die heeft dan minder tijd nodig om het resterende vocht te verwijderen. Er is dan minder stroom nodig, wat leidt tot lagere energiekosten en minder belasting voor het milieu. Centrifugeren van kleding verbruikt wel meer stroom, maar dit weegt niet op tegen de extra stroom die de droger zou gebruiken als het wasgoed niet goed gecentrifugeerd is. Daarom is het aan te raden om de was op een hoog toerental te centrifugeren voordat je het in de droger stopt.
Welke kleding kan in de droger? In principe kunnen alle kledingstukken die op een hoge temperatuur (60 graden of hoger) gewassen mogen worden, ook in de droger. Soms is het heel fijn om textiel in de droger te kunnen stoppen. Denk bijvoorbeeld aan katoenen beddengoed, theedoeken en handdoeken, die in de droger zacht worden en dat ruwe gevoel van een aan de waslijn gedroogde handdoek niet krijgen. Voor katoenen sokken en ondergoed geldt hetzelfde, maar let op bij kwetsbare kledingstukken zoals ondergoed van zijde of kant. Het is beter om deze kledingstukken liggend te laten drogen. Synthetische stoffen zoals sportkleding of leggings zijn meestal ook geschikt voor de droger, maar controleer altijd eerst het waslabel om dat zeker te weten. In de afbeelding hieronder zie je welke symbolen voor de wasdroger je op het waslabel kunt tegenkomen.
Bekijk het wasvoorschrift als je zeker wilt weten of iets in de droger mag.
